Jeugd
In zijn jeugd was er één gebeurtenis die Frank van Dalen nooit zal vergeten. Als niet-katholiek was hij het buitenbeetje op de lagere school. Maar toch moest hij op zijn elfde aanwezig zijn bij het oefenen van het vormsel van zijn klasgenoten. Achter in de kerk zat de jonge tiener zich met een vriendje stierlijk te vervelen. “Waarom moet ik hierbij aanwezig zijn?” vroeg Van Dalen zich af. “Het heeft voor mij geen enkele betekenis of waarde. Maar ook jullie zitten je vermoedelijk alleen maar te ergeren aan die twee respectloze jochies achter in de kerk. Wat is het nut van onze aanwezigheid?” Deze gebeurtenis in het Brabantse dorpje Schaijk, waar hij opgroeide, genereerde bij Van Dalen een hang naar onafhankelijkheid. Maar ook komt hier zijn activisme vandaan om te strijden voor een wereld waarin iedereen zijn leven naar eigen inzicht kan inrichten zonder morele oordelen of opgelegde belemmeringen van anderen. Op de middelbare school (eerst havo, toen vwo) was Van Dalen de eerste jaren een onopvallende leerling. Maar daar kwam al snel verandering in. Hij werd hoofdredacteur van de schoolkrant, vulde als invalkracht computerles een gat in het docententeam, werd actief bij de JOVD en begon twee bedrijfjes. Bij de uitreiking van de eindexamens werd hem gevraagd de speech namens de leerlingen te houden. Waar veel dorpsgenoten na deze grote dag in Schaijk bleven wonen, verhuisde Van Dalen de dag na de diploma-uitreiking naar Eindhoven waar hij informatica ging studeren. “Er werd vreemd naar mij gekeken, andere mensen vonden het heel raar. Maar ik wilde weg uit het dorp”, legt hij uit. “Het benauwde mij, ik wilde de wijde wereld in. Die hang naar de stad is altijd gebleven: pas toen ik jaren later in Amsterdam ging wonen, had ik het gevoel dat ik echt thuis was.”